Taal en manipulatie binnen het ApGen

Renske schrijft in haar boek Apostelkind regelmatig over het specifieke taalgebruik en het jargon binnen het ApGen. Aan de hand van haar boek wil ik over fenomeen taal binnen het Apgen en de gevolgen daarvan, in het onderstaande een poging doen om dat wat nader te belichten.

Zij beschrijft in haar boek op een aansprekende wijze de verschillende wijzen waarop het taaleigene zich in de Apgen cultuur manifesteerde. Hieraan ligt een historische ontwikkeling ten grondslag ligt en hieraan heeft Slok sr. een forse bijdrage geleverd. Zij is van oordeel dat het gebruik van de taal in het ApGen een manipulatief karakter heeft gekregen.

Ideologisch totalitarisme

Hierbij verwijst zij in haar boek naar het invloedrijke werk van de Amerikaanse psychiater Robert Jay Lifton en de waarde die zijn werk heeft voor het bepalen van het niveau van ‘ideologisch totalitarisme’. Deze psychiater baseerde zijn onderzoek naar dit fenomeen op een achttal (psychologisch relevante) kenmerken, die Renske in haar boek benoemd. Eén van deze kenmerken heeft betrekking op het belang van een ideologisch jargon met nieuw, manipulatief taalgebruik (door Lifton omschreven als “Loading the Language”, oftewel het geven van een lading aan taal).

Opvallend is dat de eigen taal en het jargon ook door (de onlangs overleden) Benjamin Zablocki, een socioloog die verbonden was aan de Rutgers University (New Jersey), in 1997 een golf van verontwaardiging veroorzaakte door de publicatie van een uit twee delen bestaand artikel ‘The Blacklisting of a Concept: The Strange History of the Brainwashing Conjecture in the Sociology of Religion’ in Nova Religio, een wetenschappelijk tijdschrift gewijd aan alternatieve geloofssystemen .

Hersenspoeling

Zijn voornaamste bedoeling was om aan te tonen dat hersenspoeling een precies en empirisch te toetsen concept is, ondanks het feit dat het ondertussen door de meerderheid van onderzoekers binnen de godsdienstsociologie als een verouderd concept werd behandeld. Zablocki heeft bijna veertig jaar ervaring in het onderzoeken van nieuwe religieuze bewegingen. Deze lange ervaring heeft hem tot de conclusie gebracht dat hersenspoeling door sommige sektarische groeperingen op bepaalde momenten op sommige van hun leden met een wisselende mate van succes wordt toegepast.

Eigen Jargon

Hersenspoeling zelf definieert hij als een observeerbaar geheel van handelingen tussen een charismatisch gestructureerde collectiviteit en een geïsoleerd individu van deze collectiviteit. Volgens Zablocki kan het door hem onderzochte fenomeen geoperationaliseerd worden volgens acht observeerbare karakteristieken, waarbij hij gebruik maakt van de acht (psychologisch relevante) kenmerken van Lifton. Zoals gezegd had één van deze karakteristieken betrekking op de eigen taal en het jargon. Door Lifton werd dit aspect als volgt omschreven: “totalitaire groepen bedienen zich van een eigen jargon, dat enkel door de groepsleden kan worden begrepen. Deze taal is een expressie van de ultieme waarheid waar de groep achter staat”.

Manipulatie

Ik kan mij echter heel goed voorstellen dat de door Zablocki en anderen gebruikte term ‘hersenspoeling’ weerstanden oproept (ik meen dat ook Lifton dit begrip niet wenste te gebruiken en liever sprak over ‘thought-reform’). Dit laat echter onverlet dat van het taalgebruik in de door Renske beschreven periode binnen het ApGen wel degelijk een disciplinerende werking uitging.

Ik ben dan ook geneigd om, op basis van hetgeen door Zablocki beschreven fenomeen, te concluderen dat bij het taaleigene binnen het Apgen er sprake was van (een vorm van) hersenspoeling waarbij manipulatie een belangrijke rol speelde. Van belang hierbij is dat er binnen het ApGen in deze periode sprake was van een streven naar totale controle van alle aspecten van de uitwendige omgeving en het innerlijke leven van volgelingen. Dit ondanks het feit dat het (bestuur van het) Apgen geen (formele) macht kon uitoefenen over haar volgelingen.

Sociale Conditionering

Van belang is immers is dat het taaleigene binnen besloten groepen een cultuurgebonden fenomeen is. Waar het in dit aspect om gaat is de vraag of de apostolische cultuur, waarvan de taal een belangrijk onderdeel uitmaakt, een product is van macht. Culturele processen kunnen immers niet worden losgemaakt van machtsverhoudingen en machtsstreven. Hierbij kent elke groep haar eigen (informele of formele) procedures voor het controleren, selecteren en sociaal organiseren van de taal. De sociale conditionering van deze taal werkt vaak zeer subtiel en het ‘spreken’ van de taal is veelal voorbehouden aan degene die zijn ingewijd en die, zeker ook binnen het Apgen, acteerde binnen een besloten hiërarchische structuur. Binnen een dergelijke besloten religieuze groep kan het taalgebruik, als cultuurfenomeen, een gezaghebbende status verkrijgen. Dit gezaghebbende discours kan niet los worden gezien van machtsverhoudingen en machstreven, zodat men via de taal, en binnen deze cultuur, een dwingende kracht kan uitoefenen op het menselijk denken en handelen.

Discipline, loyaliteit en conformisme

In haar boek beschrijft Renske op diverse plekken het karakter van het binnen het Apgen gehanteerde jargon en taalgebruik. Nu zij volwassen is kijkt zij hierop terug als een vorm van indoctrinatie. Zij beschrijft dit als een systeem dat was gericht op “controle van gedrag, informatie, gevoelens en emoties”. Ook beschrijft zij dit als “eenzijdig en manipulatief” waarbinnen geen enkele ruimte bestond voor kritiek. Volgens haar was er sprake van een systeem dat uitstekend functioneerde binnen de gesloten groep van het Apgen, waarbij sprake was van grote mate van discipline, loyaliteit alsmede het geëiste geestelijke conformisme van de deelnemers. Verder schrijft zij dat de aangebrachte nuances in het taalgebruik essentieel waren, waarbij de gebruikte woorden en uitdrukkingen binnen de gesloten wereld van het Apgen waren gericht op het maken van een sluitend verhaal waarin alles klopte en alles werd geloofd.

Voedingsbodem voor bestuurlijke elite

Voor een vergelijkbaar fenomeen verwijs ik naar het boek van Duits-Joodse filoloog Victor Klemperer, De taal van het Derde Rijk. In dit op zijn dagboeken gebaseerde grondige onderzoek documenteert hij hoe de nazi’s de Duitse taal manipuleerden om mensen te kunnen indoctrineren met de nationaalsocialistische ideologie. De kern van zijn filologische dagboekaantekeningen is dan ook dat de taal het eerste slagveld is waar de strijd gewonnen of verloren wordt. De nationaalsocialisten zelf waren zich in ieder geval volkomen bewust van de dubbele functie van de taal die ze gebruikten – van het feit dat die niet alleen beschrijvend, maar bovendien conditionerend (en in de meeste gevallen ook disciplinerend) werkte.

Het is voor mij duidelijk dat het toenmalige systeem van het Apgen voor de bestuurlijke elite een uitstekende voedingsbodem bood voor het op manipulatieve wijze gebruik maken van een specifiek taalgebruik. Renske concludeert dan ook terecht dat zij en velen met haar door dit systeem slachtoffer zijn geworden van structurele manipulatie.

15 reacties op “Taal en manipulatie binnen het ApGen

  1. Dank voor dit verhelderende stuk! Ik heb 2 jaar geleden na een worsteling van vele jaren afscheid genomen. Ernstig beschadigd en… volgens de psycholoog waar ik uiteindelijk via de huisarts terecht kwam, volledig geconditioneerd. Dat de liederen en het taalgebruik binnen het genootschap hier zo nadrukkelijk aan hebben bijgedragen zonder dat ik het door had, blijf ik verbijsterend vinden. Als je er middenin zit zie je niet dat datgene wat je steeds opnieuw verteld wordt uiteindelijk automatisch jouw waarheid wordt en je volledig vormt naar wie je moet zijn en hoe je moet denken. Voor mij kwamen deze conditionering en manipulatie samen in een zin…. je hebt de gemeenschap/het genootschap nodig om een zinvol leven te kunnen leiden… ! Dát was mijn waarheid geworden en daardoor was het voor mij, hoe ongelukkig ik me er ook voelde, haast onmogelijk om weg te gaan. In het huidige “Apgen-jargon” wordt het “een leidend principe” genoemd dat je nodig hebt om zin aan je bestaan te geven… Conditionering en manipulatie in taalgebruik… er is echt nog niet zoveel veranderd…

  2. Vooral de parallel tussen de retoriek die zo kenmerkend was voor het nazisme én het taalgebruik vanaf de verhoging is natuurlijk niet re ontkennen.
    Mijn, niet apostolische, man heeft vanaf het eerste moment dat hij diensten hoorde die link gelegd.
    Het is te bizar voor woorden dat een hele generatie die geleden heeft onder het naziregime dit niet gezien en/of herkend heeft.

    1. Ik denk dat veel van de huidige volgelingen deze overeenkomst met klem zullen ontkennen. Net als het gebaar van de fakkel hooghouden, wat bizar veel op de Hitlergroet leek. Hoe blind zijn we geweest.

  3. Wat mij altijd opviel was het overdreven gebruik van hoofdletters, om de apostel aan te duiden. Apostel, De Man Gods, Hij. Hiermee plaatsten we Slok sr en jr op een voetstuk en dat was niet goed.

  4. Hoewel ik al ruim 50 jaar geleden afscheid nam van het Apostolisch Genootschap maakt het specifieke taalgebruik nog steeds deel uit van mijn woordenschat. Blijkbaar kom je er nooit meer los van. Het niet over de “kerk” hebben, maar over het “gebouw”. Niet over mijnheer mevrouw, maar over oom/tante, broeder/zuster, voorganger, herder, oudste, opziener als het over apostolischen gaat. Een strak afgebakende groep mensen met eigen aanspreektitels. Heel bizar. Wellicht dat het onderzoek van hoogleraar Hans Alma ook dit aspect kan belichten. Doel, invloed en gevolgen van dit specifieke taalgebruik.

    1. Alma wordt betaald door het ApGen (of BesGen zoals ik het noem). De leerstoel Religieus Humanisme en Compassie aan de Faculteit Religie en Theologie van de VU is ingesteld op verzoek van het BesGen: https://frt.vu.nl/nl/nieuws-en-agenda/nieuwsarchief/2020/apr-jun/200401-hans-alma-bijzonder-hoogleraar-religieus-humanisme-en-compassie.aspx

      De naam van de leerstoel is niet toevallig precies dat wat het BesGen zegt te zijn. Van een hoogleraar die zich laat betalen door haar onderzoekssubject kun je geen onafhankelijke en objectieve wetenschappelijk juiste benadering verwachten.

      Citaat van Alma: “Ik denk dat het Apostolisch Genootschap daarin een belangrijke rol kan spelen. Het genootschap heeft al taal en vormen om op een verbindende en open manier het gesprek aan te gaan over levensvragen.” Dat klinkt mij niet kritisch in de oren, maar gehoorzaam.
      bron: https://www.apgen.nl/over-ons/actueel/ik-heb-echt-zin-in-deze-functie/

  5. Dank voor dit mooi onderbouwde betoog. Taal is een machtig wapen om een groep af te bakenen, en te manipuleren. Dat was mij wel bekend, maar dat het ag dit middel doelbewust heeft ingezet had ik mij nooit gerealiseerd. Idem de parallel met taalgebruik in nazi-Duitsland. Maar het moet wel een bewust gestuurd proces zijn geweest. En wel zo krachtig dat ik, 47 jaar na uittreden, nog altijd per direct mensen herken aan apostolisch taalgebruik. En weerzin voel tegen bepaalde woorden. Ook het gebruik van hoofdletters, zoals al door Esther benoemd, valt daaronder. Ik krijg het niet uit mijn pen om ag etc. met hoofdletters te schrijven.

  6. Duidelijk opgebouwd stuk…..let wel de opdrachten die werden uitgevaardigd door nazi s waren wel 90 graden anders de vergelijking daarmee is bij ieder totalitaire systeem te maken…..en in diezelfde tijd liepen mensen makkelijker achter leiders aan per definitie . Neemt niet weg dat bovenstaande stuk al confronterend genoeg is doordat er weinig tegenin te brengen valt.

  7. In mijn onderzoek voor de biografie Ward Ruyslink stuitte ik op zijn bijdrage aan het boek ‘De pijnbank’ van Amnesty International uit 1974 naar aanleiding van het ‘Report on Torture’.
    In het opstel met de titel ‘De blokkering van het geweten’ schrijft hij over de funeste gevolgen van taalpsychologische indoctrinatie. Hij zegt daarin: ‘Daarmee fungeert de taal niet langer als een communicatiemiddel, maar als een middel om communicatie te verhinderen – m.a.w.: niet als een middel om gedachten en gevoelens tot uitdrukking te brengen, maar als een middel om gedachten en gevoelens te leiden en te onderdrukken. ‘
    Dat lees ik ook in Apostelkind van Renske en het voortreffelijke stuk van Eelco.

  8. Hier wil ik nog een kleine kanttekening aan toevoegen.

    Eelco schrijft: ‘Van belang hierbij is dat er binnen het ApGen in deze periode sprake was van een streven naar totale controle van alle aspecten van de uitwendige omgeving en het innerlijke leven van volgelingen. Dit ondanks het feit dat het (bestuur van het) Apgen geen (formele) macht kon uitoefenen over haar volgelingen.’

    Nadat mijn 16-jarige zoon door de vreselijke sfeer het ouderlijk huis had verlaten, had ik geen behoefte meer aan hulp om mijn huwelijk te redden. Toen – 33 jaar geleden – oefende de apostel wél zijn macht op mij uit: hij verbood mij mijn plaats in het zangkoor in te nemen én aan de rondgang te gaan.

    Rob Tijdeman heeft mij in 2011 geschreven dat dit onterecht was en dat zo’n excommunicatie tegenwoordig niet meer mogelijk is.

    Dus tegenwoordig kan, zoals Eelco zegt, het (bestuur van het) Apgen geen (formele) macht meer uitoefenen over haar volgelingen. Dat is dus tegenwoordig anders, maar hoe is het met de taalpsychologische indoctrinatie (wat betekend die 2%)?

  9. Het kwalijke in het geheel is dat en volgens en verwijzend naar prof. dr. Erich Fromm narcisme, de ziekte waaraan L. Slok en een groot deel van het ApGen leed , de grootste oorzaak is van menselijke agressie hetgeen haaks op het Apostolisch ideaal van destijds.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *