Een anonieme bijdrage
Nu de liturgie binnen het ApGen voor een groot deel bestaat uit tradities en rituelen heb ik in het onderstaande mijn licht hierover laten schijnen. In haar boek ‘Apostelkind’ besteed Renske slechts zijdelings – en dan nog op een beschrijvende manier – aandacht aan de rituelen binnen het ApGen.
In verband hiermee wil ik wijzen op een voor mij relevante uitspraak van Manuela Kalsky over de traditie: “Ik sta positief tegenover traditie zo lang zij als inspiratie en niet als legitimatie dient.” Prof. dr. Manuela Kalsky is theologe en directeur van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (DSTS). Sinds 1 januari 2012 bekleedt ze aan de Vrije Universiteit de Edward Schillebeeckx-leerstoel voor Theologie en Samenleving. Zij verzorgde in 2013 de 15e van Oosbreelezing voor de gelijknamige aan het ApGen gelieerde stichting.
Elementen eredienst
Volgens de website van het ApGen kent men binnen het genootschap een aantal rituelen en wat men noemt ‘elementen van de eredienst’ (hiermee doelt men op de rondgang en het gebed). Deze ‘elementen van de eredienst’ kunnen worden beschouwd als tradities. In het licht van de uitspraak van Kasky zal ik in het onderstaande in algemene zin trachten te analyseren wat de functie is van deze tradities en rituelen binnen het ApGen, waarbij ik deze niet afzonderlijk zal bespreken.
Allereerst is het vraag wat de samenhang is tussen twee begrippen. Wat mij betreft is duidelijk dat ook binnen het ApGen de rituelen vorm geven aan de traditie en dat de rituelen de traditie levend houden. En in dat laatste openbaart zich een spanningsveld, een spanning die wordt opgeroepen door de vraag of bij de uiteenlopende maatschappelijke ontwikkelingen de traditie nog aansluit bij de beleving van het ritueel. Daar waar dat niet het geval is, komt als vanzelf de vervolgvraag op hoe om te gaan met een knellende traditioneel ritueel.
Sporen van het verleden
Van belang bij het denken over deze vragen is het feit dat de traditie haar gewicht en geldigheid – en daardoor haar haast vanzelfsprekende gezag – ontleent aan het verleden. Dit temporele aspect geeft de traditie een zekere onaantastbare zelfstandigheid en rechtvaardiging. Veelal wordt hierbij gerefereerd aan de religieuze oorsprong die is geworteld in de eeuwenoude geschiedenis van de joods-christelijke traditie. Alhoewel vormen en gebruiken in het ApGen een eigen betekenis hebben, bestaat er een onloochenbare en rechtstreekse verbinding met de Bijbelse religieuze traditie. Ook het taalgebruik en de benaming van rituelen bezitten hiermee een religieuze connotatie.
Hierdoor ontrolt de traditie zich door de tijd en vinden we de sporen van het verleden tot op de dag van vandaag terug in deze rituelen. Dit betekent echter niet dat de verstandhouding met het verleden van de traditie deze geheel ongevoelig laat voor de werking van tijd. Geen enkele traditie handhaaft zich als absoluut en onveranderlijk fenomeen onder de werking van de tijd. Anders gezegd: de traditie heeft geen absolute fixatie op het verleden.
Nieuwe inzichten
Oorspronkelijke tradities hebben hun levensvatbaarheid verloren en nieuwe zijn ontstaan. Voor de rituele vormgeving van tradities betekent dit dat men binnen het ApGen niet perse hoeft vast te houden aan de overgeleverde vormen van de godsdienstige rituelen. Nieuwe ontstaan, veelal als uitvloeisel van een bewuste zoektocht hiernaar. Opvallend is echter dat deze vaak doelbewust of heimelijk ‘parasiteren’ op reeds bestaande religieuze vormen, zodat we moeten concluderen dat het een illusie is dat nieuwe inzichten kunnen leiden tot een radicale breuk met het verleden. Toch zou het voor de hand moeten liggen dat het ApGen, als er daadwerkelijk oog bestaat voor nieuwe inzichten, constant de confrontatie met het verleden aangaat om handvatten te vinden voor een nieuwe invulling van tradities en rituelen.
Rituele uitingen
Binnen het ApGen worden immers met de rituelen het grote verhaal van de traditie in verbinding gebracht met het persoonlijke levensverhaal. Ook daarin zien we een behoefte om op een meer eigentijdse wijze vorm te geven aan de mijlpalen in het levensverhaal. Hierbij is van belang dat bij een groot aantal mensen, juist in deze zich verder seculariserende samenleving, een sterke behoefte bestaat aan hierbij passende rituele uitingen. Met een ritueel kan immers zin worden gegeven aan belangrijke en ingrijpende gebeurtenissen in het leven van mensen. Bij het moment van overgang naar een nieuwe situatie in ons leven (‘rites de passage’ / drempel- of scharniermomenten) zorgt een rituele markering voor continuïteit en samenhang in het levensverhaal en vormen dit als ware de bouwstenen in dit levensverhaal.
Individuele beleving
Juist omdat in de beleving van het ritueel het individuele levensverhaal raakt aan het verhaal van de traditie, kan een spanning ontstaan tussen de subjectieve beleving en de vastomlijnde vormgeving en meer abstracte betekenis van het ritueel zoals dit binnen het ApGen bestaat. In de individuele beleving komen immers de identiteit en de persoonlijke ethische idealen veel meer op de voorgrond te staan dan de collectieve beleving van het vastomlijnde ritueel en krijgt de meer abstracte religieuze betekenis een ondergeschikte rol. Zeker nu de religieuze oorsprong en betekenis in onze seculiere wereld steeds meer op de achtergrond raakt.
Bij het blijven benadrukken van het religieus traditionele aspect van het ritueel, bestaat het gevaar dat het ApGen vervreemdt van de vorm en betekenis van een ritueel waardoor het niet meer doorleeft kan worden. Immers, van belang is dat we in het ritueel een ethische bevestiging herkennen van de wijze waarop we als mens in het leven staan.
Veranderingsproces
Wat biedt het ApGen aan vrijheid en mogelijkheden om op een eigentijdse en persoonlijke wijze vorm te geven aan rituelen?
Bij de beantwoording van deze vraag valt niet te ontkennen dat het ritueel zich afspeelt op het snijvlak tussen de ApGen gemeenschap en het individu. Het ritueel wordt immers gedeeld met de gemeenschap en geeft uit uiting aan de verbondenheid met de gemeenschap. Inherent hieraan is dat het ritueel zich in een voor de gemeenschap herkenbare en herhaalbare symbolische handeling voltrekt.
De acceptatie van de behoefte naar een meer persoonlijke invulling zal in hoge mate afhangen van de vraag of een ApGen gemeenschap bereid is hiertoe een veranderingsproces in te gaan. Zeker nu een nieuwe rituele vormgeving weer enige tijd nodig heeft om zich de cultuur van een gemeenschap te verankeren. Teveel nostalgie zal echter verhinderen dat rituelen bij de tijd blijven en belemmert een ontwikkeling waarbij het ritueel voldoet aan de individuele werkelijkheid en behoefte. Een behoefte die voortkomt uit de menselijke identiteit en niet is geworteld in de wens naar vaste formules die al of niet zijn gebaseerd op het vermeende gezag van de religieuze traditie. De vormgeving van tradities en rituelen binnen het ApGen laten zich echter uitsluitend legitimeren vanuit deze religieuze traditie en voldoen ook in de huidige vorm niet meer aan een behoefte tot inspiratie.
Ieder zijn mening natuurlijk. Zoveel mensen zoveel voorkeuren. De laatste zin slaat daarom de plank mis. Is de schrijver lid en op zoek naar nieuwe rituele vormen binnen het genootschap? Dan lijkt me dit een wat opmerkelijke plek om dat proberen te bereiken.