14: Leven in de schaduw

Het begin

Het is 1967. Ik ben drie jaar oud, durf ik van de trap te springen? Ik spring
en word veilig opgevangen door twee sterke armen!

Dit is een herinnering die ik mijn leven lang al meedraag. Een herinnering
waarin ik me nog veilig, geliefd en geborgen voelde. Een herinnering aan
mijn vader, mijn echte vader.

Mijn vader verongelukte kort daarna en van die periode staat me niets meer
bij. Mijn ouders behoorden niet tot het Apostolisch Genootschap. Mijn vader was wel opgegroeid in een Apostolisch gezin, maar liet zich bekeren tot het katholieke geloof van mijn
moeder. Uit een soort statement, zo heb ik later begrepen. Ik had hierdoor
dus een Apostolische opa en oma en een Katholieke opa en oma. Dat ging in die
tijd prima samen, zo bleek.

Na het ongeluk van mijn vader stond mijn moeder er alleen voor met 3 kleine
kinderen. Met de hulp van mijn Apostolische opa en oma sloten zich hiermee
ook de Apostolische rijen. Mijn opa en oma van mijn moeders kant maakten
hier geen deel vanuit.

Een nieuwe vader

Ik kreeg een nieuwe vader. Ik was weggehouden van de begrafenis en alles wat daar omheen gebeurde. Maar toen stond er plotseling een nieuwe vader in onze keuken. Mijn moeder was niet bij machte om mij iets uit te leggen. Ze had mijn vader ingeruild voor een nieuwe. Althans, zo voelde dat.

Lucky me! Ik kreeg er zomaar nog een vader bij, een hele bijzondere, zo werd
mij verteld. Een zogenaamde ‘God als vader’: Lambertus Slok, de Apostel. De
gezalfde Gods had zijn intrede in mijn leven gedaan.

Plotseling werd ik meegenomen naar een zondagsdienst, waar ik overigens hele
vage herinneringen aan heb. Het overkwam me min of meer.

De regels thuis veranderden net zo plotseling en werden behoorlijk
aangescherpt. Jong als ik was, begreep ik van de situatie weinig maar voelde
wel aan dat ik vooral goed moest luisteren en doen wat mij gezegd werd door mijn nieuwe vader die sprak volgens de God als vader en mijn inmiddels strenge moeder.

Contact met mijn Apostolische opa en oma was er toen weinig, of eigenlijk niet. Had ik iets fout gedaan? Ik mocht namelijk niet meer spreken over mijn eigen vader en zijn familie, maar ik wist niet goed waarom.

Later, jaren later, begreep ik dat mijn Apostolische opa en oma verzocht werd
geen contact te houden met mij, het kind van hun zoon. Dat zou mij
maar in verwarring brengen en het was niet goed voor de vorming van het nieuwe
gezin waar ik deel van moest uitmaken. Een advies, gegeven door een oudste
zonder professionele achtergrond, met een Apostolisch fanatisme dat door
merg en been ging. 

Wat niemand zich blijkbaar realiseerde was dat door het weghouden van mijn opa en oma, maar ook ooms en tante, neven en nichtjes, ik ging denken dat iedereen die van mij hield en waar ook ik van hield, zomaar opeens uit mijn leven kon verdwijnen. Kwam dat omdat ik niet lief genoeg was? Niet goed genoeg was? Kreeg ik daarom van mijn nieuwe vader zoveel straf? Werd ik daarom zo geslagen?

Het Apostolisch regime

Het regime werd strenger naarmate ik opgroeide, er werd een baby-broertje
geboren en we moesten verhuizen naar een groter huis, wat verder weg was van
mijn Apostolische opa en oma, wat voor het contactverbod alleen maar beter
bleek. Het was ook verder weg van mijn andere opa en oma, wat ik heel erg vond. 

Voor de gang van zaken in het Apostolische nieuwe gezin toch ook maar
beter, want mijn opa en oma stelden namelijk nogal wat kritische vragen omtrent
de Apostolische ommezwaai die had plaatsgevonden.

Op straffe van slaag of straf leerde ik mezelf zo klein mogelijk houden, in
de dienst braaf alle commando’s op te volgen en de liedjes zo goed mogelijk
uit m’n hoofd te leren omdat ik van m’n vader niet in het boekje mocht
kijken. Een echt Apostolisch kind kende de tekst uit haar hoofd, zo sprak
hij. Kon je dat niet, dan was je niet goed Apostolisch en werd ik overhoord.

Jaren later begreep ik dat Lambertus Slok vanaf begin jaren 70 een anti-democratisch regime voerde, die ouders opriep kinderen zo goed
mogelijk op te voeden, tot waarlijk luisterende, dienende jonge mensen die
het werk Gods konden dragen. En daar was volledige overgave voor nodig.

Een nieuwe dienst

We kwamen in een nieuwe dienst, met veel nieuwe mensen, ooms en tantes en
veel regels die je diende te gehoorzamen.

Mijn ouders dachten in deze gemeenschap een nieuwe start te kunnen maken,
zonder de smet van het verleden. Want mijn moeder was dan wel een echte
Apostolische geworden en bracht met haar toetreden een bonus van drie kinderen
mee, maar ze had ook overspel gepleegd met de broeder die met zijn
vrouw bij haar op huisbezoek kwam. Dat was toch een enorme schande! Dat
werd dus scheiden voor mijn nieuwe vader om te kunnen trouwen met mijn
moeder die inmiddels in verwachting bleek van mijn broertje.

Alles werd op alles gezet om voorbeeld kinderen te creëren. Dus overal lief,
gehoorzamend aan meedoen, grote mensen nooit tegenspreken, netjes gekleed
gaan en stilzitten. Ooo dat stilzitten duurde urenlang voor mijn gevoel.

De dreigende woorden die ik thuis meekreeg werden flink herhaald in de
dienst. Menig keer werd er flink geschreeuwd en gebulderd dat we oprechte kinderen Gods moesten zijn, onze dankbaarheid moesten tonen aan onze God als Apostel, dat we nederig en dienend moesten zijn. Want als we dat niet konden ‘betrachten’ (ook zo’n woord waar ik toen niets van begreep) zouden we in de goot belanden!

De straffen werden heftiger, thuis was geslagen worden onderdeel van mijn
wereld. Ook de manipulaties werden heftiger. En er waren veel regels. Niet praten over mijn eigen gevoelens, niet vragend kijken, niets doen om de orde te verstoren, zitten moest ik op de grond, niet op een stoel of bank. Dat waren mijn lessen in nederigheid, waardoor ik de hulp van God als vader beter zou leren
aanvaarden.

Inmiddels had ik een baby-zusje erbij, wat wederom een verhuizing tot gevolg had.

Veel later begreep ik dat dit een beproefde methode is die wordt
gebruikt om te indoctrineren, mensen collectief te binden aan een
gedachtegoed, bedacht door iemand die zichzelf had uitgeroepen tot een
nieuwe, levende messias, daar ook zelf heilig in geloofde maar voornamelijk
de klassieke kenmerken van narcisme in zich droeg.

Ik werd ouder

Ondertussen werd ik ouder en leerde de buitenwereld een beetje meer kennen.
Een buitenwereld die vol verleidingen zat en waar ik eigenlijk een beetje
bang voor was, want hoe kon ik een oprecht goed Apostolisch mens worden als
ik toegaf aan al die verleidingen? Ik voelde me ook altijd een beetje naast
de wereld staan, ik was er wel bij, maar maakte er geen onderdeel van uit
want ik moest altijd naar de dienst.

Voor mij geen klassenavonden en feestjes van klasgenoten, voor mij was er jonge
zusterkring, meisjeskoor, jeugdkoor, weekdienst, jeugdkring. Ik had best een druk
leven.

Toch roerde er zich in mij een soort verzet. Dat verzet leerde ik parkeren,
want betekende straf. Negeren hoorde daar inmiddels ook bij. Wanneer ik iets
verkeerd deed, werd er zo een week lang niet tegen me gesproken. Desondanks
kon ik op de een of andere manier nooit helemaal de harde lessen ontlopen. Zomaar uit het niets kon ik er flink van langs krijgen zonder dat ik nou
begreep wat ik precies verkeerd deed. Vage, pijnlijke herinneringen heb ik
aan die tijd. De angst, maar bovenal de onmacht kunnen me nog weleens als
herinnering overvallen.

Een voorbeeldig apostolisch kind was ik wel. Dat kon ook niet anders. Toen
de keuze voor de middelbare school gemaakt moest worden, werd door mijn
‘ouders’ beslist dat ik maar naar de huishoudschool moest gaan. Trouwen en
kinderen krijgen was mijn doel in het leven, en ik ging. Het was geen prettige tijd, want ik werd veel gepest en kreeg er thuis regelmatig van langs.

Ik ontdekte in mezelf het vermogen om ‘mee te kleuren’ met de omgeving waarin
ik me bevond. Kameleongedrag, zogezegd. Dat was superhandig in situaties
waarin ik mezelf niet kon herkennen.

Veel later begreep ik dat er totaal geen ruimte was geweest om mezelf te ontwikkelen en mijn eigen identiteit te vinden, overleven was toen mijn
realiteit.

Foute genen

Ik groeide verder op en kreeg er wederom een baby-zusje bij, wat opnieuw een
verhuizing tot gevolg had. En een nieuwe gemeenschap. De geboorte en
verhuizing vielen samen met de fusie tussen twee gemeenschappen. 

In die periode werd ook de toon in de gemeenschap niet milder. De boodschap van de Apostel werd luid en duidelijk uitgedragen waarbij degene die buiten de lijntjes kleurden publiekelijk werden aangesproken, toegesproken en afgestraft. 

Het patroon werd mij duidelijk: het was buigen of barsten, dus ik boog. Ook in
deze periode werd ik ingezet als voorbeeldkind met verstrekkende gevolgen. Ik mocht bijvoorbeeld niet omgaan met leeftijdgenoten wiens ouders er een
vrijere apostolische moraal op na hielden. Het zou mij maar op verkeerde
ideeën brengen. De komst naar deze gemeenschap bracht met zich mee dat ik in
contact kon komen met mijn tante, de zus van mijn overleden vader, haar man
en mijn nichtje en neef. Hiervoor hielden mijn ‘ouders’ de regie strak in
handen. Ik mocht geen contact maken met deze familie. 

Inmiddels werd mijn eigen vader door mijn moeder in de zeldzame momenten dat zij over hem sprak afgeschilderd als een soort slechterik, waarna zij in extreme devotie mijn nieuwe vader en de Apostel als de redders van haar leven noemde. In die periode moest ik ook in het openbaar de achternaam van mijn nieuwe vader
dragen en afstand doen van mijn geboortenaam.

Hierover is flink overleg gevoerd met de oudste en voorganger van die
gemeente. Er moest een statement worden gemaakt: tot welke familie behoorden wij? Uiteindelijk werd de naamswijziging voor de wet doorgevoerd.

Ik herinner me nog het indringende gesprek wat hieraan voorafging, waarin de
voorganger mij wilde overtuigen dat dit zeker ook de wens van onze apostel
was. En ik diende hem toch?

Daarnaast rekende mijn ‘ouders’ af met een verleden wat zij niet langer met
zich mee wilden dragen. In die tijd begon mijn moeder mij aan te spreken op
de foute genen die ik meegekregen had van mijn vader. Daar moest aan gewerkt
worden! Linksom of rechtsom werd me dit met harde hand duidelijk gemaakt.

Met mijn nieuwe achternaam ben ik nooit goede vrienden geworden, op de een
of andere manier voelde het als verraad aan mijn eigen vader.

Veel later begreep ik dat deze verdeel-en-heersstrategie bedoeld
was tot meerdere eer en glorie van mijn ‘ouders’. De macht over ons in
stand houden betekende immers aanzien in de gemeenschap. Dit alles werd gevoed door het bijna obsessieve geloof in de apostel.

Partners

Ik werd ouder en had me inmiddels een overlevingsstrategie eigengemaakt. Ik
geloofde inmiddels zelf ook dat apostolisch leven de meest zinvolle manier
van leven was. Door mijn aanpassingsvermogen werden de sancties thuis
minder, maar de manipulatie bleef. Dat ik in lastige situaties mijn lippen tot
bloedens toe stukbeet, mezelf met een hamer bewerkte, en op een gegeven
moment net genoeg bleef eten om te kunnen functioneren en regelmatig vond
dat mijn leven beter tot een einde kon komen, heb ik nooit gelinkt aan de
omgeving waarin ik opgroeide. Ik linkte dat aan mijn foute genen.

Mij werd op een goed moment te kennen gegeven door mijn ouders en in een
gesprek met de voorganger om eens op zoek te gaan naar een partner. Een
apostolische partner, wel te verstaan.

Ik was druk bezig om mezelf staande te houden en liep op een goed moment een
lieverd tegen het lijf. Een stukje ouder en met hele vrije apostolische ouders.
Helaas was dat fout! Het had een enorme clash met mijn ‘ouders’ tot gevolg. Het nooit alleen met hem mogen zijn, geen zelfvertrouwen hebben, de angst om het fout te doen, de openlijke afkeuring voor het vrije apostolische leven van hem en
zijn ouders hebben de beginnende liefde in de kiem gesmoord. Na een gesprek
met de oudste werd de relatie op zijn advies beëindigd.

Het huwelijk van mijn ‘ouders’ was voor mij ook niet bepaald een voorbeeld,
Mijn verzet tegen een leven waarin er voor mij geen ruimte was in een
relatie, waarin ik moest dienen en volgen, groeide met de tijd.

Na een aantal niet apostolische vrienden, die afhaakte na een voorstelgesprek bij de voorganger, want ze hadden geen behoefte aan een apostolische toevoeging
in hun leven, leerde ik wel hoe anders het kon zijn.

Later begreep ik dat het verzet tegen het Apostolisch zijn groeide, ik
wilde niet langer alleen maar deel uit maken van die gemeenschap, die
eenzijdige wereld waarin er geen ruimte was voor mij, voor wie ik echt was.

Vrijheid

Inmiddels begon mijn eigen leven vorm te krijgen. Ik had een eigen huis,
helaas tegen de wens van mijn ‘ouders’ in, die de overtuiging bleven houden
dat ik vanuit huis moest trouwen. Ik had heel leuk werk en begon mij zoetjesaan
los te maken van het apostolisch zijn. 

Dit proces verliep met horten en stoten. Het ene moment was ik vrij overtuigd dat een niet-apostolisch leven mij beter paste, het ander moment voelde het alsof ik mijzelf dan zou verliezen. Door mijn steeds minder aangepaste gedrag werd het contact met mijn ‘ouders’ slechter.

Ik kwam de liefde van mijn leven tegen. En braaf als ik ergens toch nog was,
ging ik hem netjes voorstellen aan mijn ouders. Een warm welkom had ik niet
verwacht, maar de ijskoude ontvangst toch ook niet echt. Nadat mijn moeder op
een gegeven moment tijdens het tweede kopje koffie de zin uitsprak: ‘Ik ben benieuwd hoe lang jij het met haar uithoudt’, voelde ik de grond onder mijn
voeten wegzakken en voelde ik dat dit nooit meer goed zou komen. 

Maar braaf als ik was, wist ik dat ik deze relatie toch ook aan de voorganger diende te melden. En zo geschiedde.

Of de voorganger vooraf met mijn ‘ouders’ had gesproken weet ik niet, wel
weet ik dat ik verbijsterd luisterde naar de preek die ik kreeg. Want A: Hij
was nummer zoveel, B: Hij was niet van plan om toe te treden, C: Hij stond daarmee mijn apostolische levenswijze en ontwikkeling in de weg, en D: Hoe
moest het als we kinderen kregen? En als klap op de vuurpijl: Hoe dacht ik
ervoor te zorgen een latere huwelijksbelofte zuiver aan te gaan? 

Ik was met stomheid geslagen, ben opgestaan en als in een waas
naar huis gegaan nadat de voorganger zijn laatste woorden sprak en mij de
opdracht gaf in mezelf te onderzoeken of deze relatie op deze
ongelijkwaardige basis wel levensvatbaar was. 

Meer en meer begon ik te twijfelen aan mijn apostolisch zijn. Ik kon niet langer leven in de schaduw van mezelf, opgezadeld met overtuigingen over de zin van het leven en mijn eigen persoonlijke dienende apostolische rol daarin. Hoe kon ik leven in een wereld aangevoerd door een apostel die niet waar kon maken wat hijzelf oreerde? 

Nadat ik de voorganger had verteld niets met zijn opdracht te willen doen, besloot ik mijn eigen weg te gaan. Met opgeheven hoofd en met knikkende knieën koos ik voor mezelf.

Dat dit binnen mijn familie grote gevolgen heeft gehad voor mij was de
consequentie van deze keus. Ik ben verguisd, als slecht voorbeeld gesteld en
contact met mij moest vermeden worden.

Mokerslag

De genadeklap kreeg ik zes weken voor ik met de liefde van mijn leven in het
huwelijk zou treden. Mijn moeder schreef aan mij een brief, een brief waarin
mij allerlei slechte eigenschappen en handelingen werden verweten, en waarin de twijfel over mijn geestelijke gezondheid werd uitgesproken. Ze sloot de brief af met het te betreuren dat ik helaas alle kwalijke eigenschappen van mijn vader
geërfd had en zij niet langer met deze vergiftiging kon leven. Ook schreef
ze mij dat ze de inhoud van deze brief met iedereen in de familie zou delen,
ook met de ouders van mijn aanstaande echtgenoot, zodat zij iedereen kon
behoeden voor het grote gevaar die ik vormde voor hun welzijn en dat ik
deze waarheid niet kon manipuleren.

Mijn moeder dacht met deze brief de genadeklap uit te delen, maar niets is
minder waar gebleken. Was de inhoud van deze brief ingegeven door extremistische apostolische overtuigingen, in overleg met de voorganger of de oudste? Ik weet het niet. Maar ze bevestigde voor mij de conclusie dat het apostolisch genootschap meer kapot maakt dan je lief is.

27 jaar geleden stapte ik mijn vrijheid tegemoet, ben ik gestopt mezelf in
de schaduw te bewegen, heb ik de liefde van mijn leven gevonden, heb ik mezelf
ontrafeld en weer teruggevonden, heb ik van Hare Majesteit de Koningin mijn
geboortenaam weer teruggekregen, en heb ik mijn vader teruggevonden in mezelf. 

Ik voel me weer veilig, geliefd en geborgen, maar heb boven alles mijzelf recht
gedaan!

Monique Verwijst

26 reacties op “14: Leven in de schaduw

  1. Wat een shit allemaal weer. Toch niet te geloven, dat dit onder het oog van velen kon gebeuren. Maar Monique, wees trots op jezelf, dat je de kracht had, om er uit te stappen. Je moet er toch niet aan denken, als je dit niet had gedaan. Wees gelukkig.

  2. Ach lieve Monique, wat een verhaal. Ik lees het met tranen in mijn ogen. En wat ben jij sterk dat je je eigen weg bent gegaan! Heel veel liefs.

  3. Wat heeft dat Apgen veel gezinnen kapot gemaakt.
    Steeds als ik denk: “Erger kan het niet”,
    komt er weer een schrijnend verhaal.
    Zo langzamerhand is duidelijk dat al deze ellende, het topje van de ijsberg is.
    Respect en een diepe buiging voor jouw
    Monique.

  4. Lieve Monique,
    Op de eerste plaats wil ik je graag zeggen dat ik je een mooi mens vind. Wat je zoal schrijft; van daaruit is het mooi om te lezen hoe je bent geworden, ondanks de ellende die je in het verleden hebt meegemaakt en jeetje, wat heb je veel meegemaakt zeg! Van mijn moeder heb ik het e.e.a. gehoord over jouw vader en zijn ongeluk. Wat moet het moeilijk zijn geweest (en nog), om daar een weg in zien te vinden. Het idee alleen al, dat je door je eigen moeder meermaals te horen krijgt, dat je geen goede genen hebt. Ook de verwijten en strenge hand. Vreselijk en onmenselijk! Wij hebben ergens dezelfde genen en ik ben er blij mee, want de band die ik met mijn lieve moeder (familie dus van jouw biologische vader) heb, is heel erg goed. Ze is een goed en mooi mens. Genen zijn toch relatief! Je bent niet jouw vader. Jij ben jij. Jammer dat jouw moeder er op een (mijns inziens) toch kleingeestige manier in staat en niet verder kijkt, ten aanzien van jouw vader en daarmee niet openstaat voor wie jij bent. Persoonlijk weet ik ook wel hoe het voelt om door je bloedeigen familie te schande te worden gemaakt d.m.v. een brief of mail, dus niet eens via een face-to-face contact. Best laf eigenlijk, toch? Al met al; Je bent sterk geworden, waarschijnlijk ook door de jarenlange ellende en ik ben blij voor je dat je jouw liefde hebt gevonden en eindelijk gelukkig bent. Liefs van Esther ??

  5. Ik ben diep onder de indruk van je verhaal. Als ik dan de tekst van het apostolisch genootschap lees op hun Facebook pagina: “ken je geschiedenis, ook al heeft het minder mooie kanten”, en dit naast jouw en andere verschrikkelijke ervaringen leg, dan lopen de rillingen over mijn rug.
    Geweldig dat je het gedeeld hebt. En enorm moedig! Dank hiervoor.

  6. Och lieverd, Ik zit dit huilend te lezen. Je had bij het voorstellen in de groep al het een en ander geschreven en dat vond ik heftig. Dat het zo erg was heb ik nooit geweten, alleen dat jullie een zeer strenge opvoeding kregen. Ik heb het verdriet van opa, oma, mijn vader en onze tante gezien omdat ze geen contact meer mochten hebben met jullie en de strijd die ze hiervoor ook binnen de dienst gevoerd hebben. Ik heb weinig herinneringen aan je vader, maar wat ik nog weet is dat het een lieve oom was voor me en dat de herinnering aan hem door zijn broers en zus op handen gedragen werd tot aan hun dood. Uit alle verhalen die ik over hem heb gehoord was hij een mooi mens, net als jij!

  7. Wat ongelofelijk triest en wreed dat er zo met jou is omgegaan. En wat dapper dat je het zo hebt opgeschreven, heb ‘t met buikpijn gelezen

  8. Onder de indruk, verbijsterend,, gelukkig heb jij jezelf gevonden en heeft een poosje onder de tafel zitten je goed gedaan, lieve Monique??

  9. Monique wat onwijs moedig dat je je verhaal geschreven hebt. Zo’n verdrietig relaas ook weer.
    En wat mooi en goed dat je je vaders naam weer draagt. Samen met het je vroege herinnering is de cirkel gelukkig weer rond. <3

  10. Moedig dat je jouw levensverhaal hier deelt. Wat is er véél verdriet voor nodig geweest om te komen tot jouw ultieme beslissing: de vrijheid tegemoet. Hoe deze mensen met zichzelf konden/kunnen leven?!
    Bij de vele tientallen soms intens verdrietige en vreselijke levensgeschiedenissen die hier (en ook al vanaf begin mei op de Facebook site In Apostolisch Perspectief) zijn voorbij gekomen, blijkt aldoor weer de stuitende bemoeizucht van het Apostolisch Genootschap. Tot voor kort nog zou ik hier iets achteraan geschreven hebben in de trant van “ondanks alle goede bedoelingen”…
    Dat doe ik niet meer. Ik ben namelijk helemaal niet meer overtuigd van ‘goede bedoelingen’. Steeds meer kom ik tot de conclusie dat “Alles wat in de essentie van de zaak niet deugt, ook geen goeds kan voortbrengen”.
    De essentie deugde niet en heeft vanaf 1946 nooit gedeugd. Dat er ook wel goeds was in het Apostolisch Genootschap staat voor mij buiten kijf. Maar het Apostolisch Genootschap was in essentie fout. Overal en keer op keer.

  11. Wat een ongelooflijk heftig verhaal, jouw leven.. Ik ben er stil van, moest er echt even van bijkomen. Deze nieuwe vader was een echte narcist en dat je moeder hierin meeging is onvoorstelbaar! Wat een kracht moet jij hebben om hieruit te zijn gekomen, ontsnapt kun je wel zeggen. Ik word ook heel erg boos, woedend zelfs, maar dat zal bij mijn eigen proces horen, denk ik. Bedankt voor het delen van je verhaal.

  12. Hoi Monique
    Wat een verhaal. Het klinkt als iets onwezenlijks.
    Wat je allemaal hebt moet doorstaan.
    Ik heb mijn biologische vader jouw oom 10 jaar geleden ontmoet. Hij sprak altijd vol liefde over jouw vader en droeg zijn ring altijd.

  13. Een mishandeld kind, dat de kracht heeft gevonden zich niet te laten breken in haar basis. Ik ben stil en voel alles. Dankjewel voor je openheid. Jij hebt bergen verzet! Ik omhels jouw Zijn.

  14. Lieve Monique,
    Net als Gitta heb ik huilend je bericht gelezen. Het doet iets met me dat nu na zoveel jaar eindelijk duidelijk is wat er aan de andere kant gebeurde. Daar hadden we wel een vermoeden van maar ook niet meer dan dat. Gevoelens en gedachten buitelen over elkaar heen. Jullie gezin en het geen contact meer met jullie mogen hebben heeft als een dikke rode draad door mijn leven gelopen. Van kleins af aan zo vaak zware gesprekken met mijn moeder gehad omdat ze het niet los kon laten jullie niet meer te mogen zien. Hoe vaak ze niet bij de herder, oudste en de Apostel geweest is, brieven geschreven heeft om het contact via die lijn te herstellen met even zo vaak nul op het rekest.
    Het gekke gevoel van heimelijke verbinding als ik bij oma het tekenschriftje open sloeg en daar een prachtige tekening met het rode stiftje van jou in zag staan….
    Wat een diepe ellende hebben jullie te verstouwen gekregen. Hoe erg dat je een kind wijs probeert te maken dat het het slechte DNA van de vader zou hebben…. Ik heb je vader niet gekend maar alle familieverhalen zeggen toch echt iets anders. Als ik naar zijn foto’s kijk dan wordt dat alleen maar bevestigd.
    Het doet goed te lezen dat je met man en kind een goed leven hebt. De reacties die je in de FB-groep post laten zien wat een topwijf (sorry Amsterdams) je bent. ♥️

  15. Dit is werkelijk niet te geloven. Wat ben jij eenzaam geweest in die tijd. Ik heb veel respect voor je en ook dat je dit zo allemaal op papier hebt gezet.

  16. Lieve lieve Monique ik ben sprakeloos. Vreselijk wat een leed. Het blijft onbegrijpelijk wat er allemaal onder het mom van goed Apostolisch leven mogelijk was. Men was gehersenspoeld. Sommige stukken in jouw levensverhaal zijn ook mij niet onbekend echter staat totaal niet in verhouding van wat jij hebt moeten doorstaan. Ik geef je een hele dikke knuffel en gun je alle geluk van de wereld????

  17. Oh Monique, wat een weg heb je moeten afleggen. Zo vol onbegrip en afwijzing. En vooral liefdeloosheid waar liefde juist zo hard nodig was. Ik heb bewondering voor je kracht en doorzettingsvermogen om je eigen weg te gaan! Wat een mooi mens ben je!

  18. Verdrietig word ik van al het leed dat het APGEN heeft aangericht met hun zogenaamde geestelijke leiders zonder enige vorm van opleiding of achtergrond mensen dachten hulp te kunnen bieden. Het waren mannen vanuit een bepaalde hiërarchie die de braafste van de klas wilden zijn gebukt onder groepsdruk en druk van een leider. 40 Jaar na WO2. Ongelooflijk en fascistisch.

  19. Monique, wat een afschuwelijk, Apostolisch verknipt leven heb jij gehad, zonder enig begrip of mededogen. Heel erg knap dat je hieruit bent gebroken en je eigen weg bent gegaan met je eigen naam en je zelf-gekozen partner. Veel geluk!

  20. Lieve Monique,
    Met een brok in mijn keel heb ik je verhaal gelezen. Dat het bij jullie strenger aan toe is gegaan dan bij ons wist ik wel maar dat het zulke proporties aan heeft genomen had ik nooit kunnen bedenken. Sommige gedeeltes die je omschrijft kan ik mij nog levendig herinneren want ik heb daar stukjes van meegemaakt en staan nog levendig in mijn herinneringen. Zoals de man die in eens in jullie gezin was. Jullie nieuwe vader, ik weet nog goed dat ik hem eng vond en er niets van moest hebben. Ik weet nog dat ik flink om mijn donder kreeg toen ik dit zei.
    Jullie hebben ook een poosje in dezelfde straat gewoond als oom W en Tante S waar ik regelmatig logeerde en ik ging dan bij je zus M spelen. Ik weet nog goed hoe snel je zus mijn mond snoerde toen ik eens vroeg waarom er geen foto van jullie vader R stond. De angst, kou en kilheid die ik in jullie huis heb gevoeld, voel ik nu weer. Eenmaal terug bij tante S met mijn verhaal kreeg ik te horen dat ik hier niet over mocht praten. Bij mijn ouders, grootouders en tante was het verdriet altijd zichtbaar. Geen verjaardag ging voorbij zonder de verhalen over je vader, altijd met liefde en een traan.
    Na het lezen van je verhaal bedacht ik dat ik nog spullen van je vader heb die mijn vader altijd bewaard heeft. Zijn paspoorten, getuigschriften, diploma’s, entingsbewijzen, foto’s en eigen geschreven aantekeningen van recepten. Ik heb dit nooit weg kunnen doen omdat ik denk jullie hier een groot plezier mee kan doen. Ik handig dit met liefde over aan jou en zussen.

  21. met moeite en met tranen kunnen lezen omdat het zo overeen komt met mijn leven .als 11 jarige ben ik het huis uitgegaan en daarmee ook op een gegeven moment niet meer gaan volgen.dacht dat ik er alleen in stond maar zie nu zo veel gelijkenissen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *