23: Apostolisch, en niet erg weerbaar

Een Apostolische opvoeding was ‘sterk normerend’, zoals het Apostolisch Genootschap dat noemt, maar weerbaar werd je er niet van. We leerden de ander te dienen, en we kozen zelden voor onszelf. Dat heeft voor velen tot op de dag van vandaag gevolgen.

Een actief lid vertelt haar verhaal.

Apostels wil is moeders wet

1965, Lawaai, geschreeuw, blote kinderknietjes op ruwe Heugaveld-tegels, angstige stilte.

Mijn vader is weg, ik kom onder de keukentafel vandaan om naar mijn moeder te kijken. Ze zegt niks meer, haar ogen dicht, haar verwrongen gezicht geklemd tussen de 15 cm van de aanmaakkachel en het ETNA-fornuis.

Er komt hulp, mijn moeder wordt afgevoerd. Na een week komt ze  thuis uit het ziekenhuis, en stopt mij `s avonds in. Na mijn angstige en kinderlijke verwarring die week, is alles weer vertrouwd. Voor het bed op de knietjes, oom apostel…was `t in orde deze dag? Bedje in, dekentje hoog, mama? ….. begin ik ….. alles is goed, zegt mama, papa komt niet terug. Blijf jij nou maar bij oom apostel, hij is jouw vader en hij laat je nooit alleen.

Ik was zes!

Geïndoctrineerd

Als volwassene begrijp ik dat mijn moeder zeer geïndoctrineerd was door het AG. Het was haar houvast als alleenstaande, gescheiden moeder met drie kleine kinderen. Ze zocht, net als generaties voor haar, steun bij haar apostel. Zich nog niet bewust van de mogelijke gevolgen daarvan.

Als kind zorgde ik voor het geestelijk welzijn van moeder. Ik cijferde mezelf helemaal weg, deed wat mama zei, was volgzaam, en oom apostels grote meid.

Ik vond mijn houvast in kinderkoor, meisjeskoor, jeugdkoor. Met 16 mocht ik naar het zangkoor, wat voelde ik me trots, ik hoorde erbij, bij al die aardige ooms en tantes. Ik kon goed zingen, mocht ook vaak een solo doen. (nu ben ik bang voor mijn stem, door verdriet breekt hij en komen mijn tranen los)

Eerst de ander, dan pas jij

Mijn voorgenomen opleiding tot verpleegkundige heb ik onder druk van mijn moeder gecanceld omdat zij na een rugoperatie lange tijd in een gipskorset moest liggen. Ik zocht een baantje, zorgde voor mijn moeder en hield het huishouden bij. Natuurlijk deed ik dat, eerst de ander, dan jij. Het is mijn moeder, die laat ik toch niet aan haar lot over? Maar ik voelde niet dat ze blij was dat ik voor haar zorgde.

Met 18 jaar moest ik mijn verkering verbreken. Mijn vriendje wilde niet apostolisch worden, en ja…moeders wil was apostels wet. Geef jij nou maar het goede voorbeeld. Ik wil niet aangekeken worden in de dienst. En dus gaf ik, voor haar geestelijk welzijn, het goede voorbeeld. Of was het aanzien, waar ze bang voor was?

Als de rug van moeder is hersteld doe ik de opleiding tot medisch pedicure. Een goede keuze, zit al ruim 40 jaar in het vak. Het gaat me goed af, heb affiniteit met het medische van dit vak, kan met elke slag client een goed gesprek aangaan, en prik in die gesprekken meteen door naar het dieper gelegen emotionele verdriet waar cliënten mee worstelen. Ik ben daarin getraind, heb er in het AG en door de opvoeding thuis voelsprieten voor ontwikkeld: altijd alle aandacht voor de ander.

We hoorden erbij!

Naarmate ik ouder werd bleef ik doen wat van mij verwacht werd. Gelukkig genoot  ik van de apostolische muziek. Tijdens de districtsrepetities voor het jeugdappèl leerde ik mijn toekomstige echtgenoot kennen. Vlinders en verliefdheid, samengebracht in versmeltende klanken van muziek. Wat had in die tijd de apostolische muziek een impact op mij!

We trouwden en verhuisden naar een andere woonplaats en andere apostolische gemeente. Het getrouwde leven was nieuw en vol verwachtingen. 

Twee weken na de trouwdag stond ik in de erehaag bij de Doelen mijn nek uit te steken om een glimp van mijn apostel op te vangen. In het archief van AG heb ik een foto van dat moment gevonden, ik had er geen weet van. 

Bij het getrouwde leven hoorde dat we na de dienst genodigd werden op de koffie. We deden mee met de knutselkring, oppas, kerstspelen, musicals, kleding naaien, ouderen bezoek, uitgaansdagen, kringverzorging, alles wat met zang te maken had. We hoorden erbij!

Of toch niet?

Maar door de jaren heen maakte het leven ongevraagde keuzes. Toen bleek dat we geen kinderen konden krijgen werden we (op een enkele lieve familie na) niet meer op de koffie gevraagd. Er kwam een klein scheurtje in mijn gevoel van erbij horen.

Ons verdriet over kinderloosheid werd in de dienst jarenlang (en nu ook nog een enkele keer) als voorbeeld gebruikt.  ‘Het is niet voor iedereen gemakkelijk om bij deze heilshandeling van de doop aanwezig te zijn, hè lieve familie …’   en werd onze naam genoemd. Ik werd betekenisvol aangekeken en hoofden draaiden mij kant op. Gód wat was ik verdrietig. Maar ik zat er tóch want mijn apostel laat mij nooit alleen, hij is mijn steun en toeverlaat.

Maar ik geneerde me vreselijk voor al die blikken die me meewarig aanstaarden. En na dienst was iedereen gauw weg, want ja, ze kregen koffievisite. Ik voelde me er niet meer bij passen, het eerder ontstane scheurtje werd wat groter.

Toen jaren later mijn (ex) man een pleegkind in ons gezin misbruikte keerden de lieve broeders en zusters zich ons af, een lieve enkeling daargelaten. Opnieuw hoorden we er niet meer bij. 

Ik wilde ze beschermen, maar vond geen gehoor

Vanwege het misbruik voelde ik mijn verantwoordelijkheid en de noodzaak de jeugd van de kringen voor hun kringverzorger te beschermen. Ik vond (en vind nog) dat het ongezond is als een jeugdverzorger de jeugd als beste vriend benaderd, en vriend die té dichtbij komt en waar je altijd met je puberproblemen terecht kan.

Hij wist het zo te brengen dat kinderen zich zo in het nauw gedreven voelden dat ze dan maar een probleem verzonnen om hem ter wille te zijn. Hij kon hen dan, bij hen thuis, op hun slaapkamer, de ouders beneden NB, bijstaan met hun probleem. Hij voelde zich daardoor een belangrijk ankerpunt in hun leven.  Bij de herder, de oudste en de apostel vond ik op mijn dringend verzoek mijn (ex) man uit de kringverzorging te halen geen gehoor. 

We leefden een jaar een gescheiden van elkaar om te ontdekken of we samen verder konden. Hij ontdekte in die tijd nog altijd een kinderwens te hebben en dus vroegen we de scheiding aan. Ik voelde me op mijn ziel getrapt en afgeschreven en disfunctioneel als vrouw. Mijn ex verhuisde en ik hoefde hem nooit meer te zien. Het leven werd moeizaam. Zeker toen ik hoorde dat hij een kind kreeg van zijn therapeut. 

Alleen verder

Maar ik ging door, zette mijn schouders eronder, dat had ik van jongs af een geleerd. Ik probeerde als ‘alleenstaande’ (later alleen gaande) steeds weer de AG doelstelling voor ogen te houden. Het AG was, net als vroeger bij mijn alleenstaande moeder met drie kinderen, mijn houvast in moeilijke tijden. Samen werken aan een menswaardige wereld, dat moet lukken, ook als je erg verdrietig bent, want…uw apostel laat u nooit alleen. Maar in dat vertrouwen was onzekerheid gekropen, het scheurtje was een barst geworden. 

Na zes jaar alleen zijn kreeg ik nieuwe, niet-apostolische, relatie. Mijn lief had een grote wens; met een zeilboot varen voor onbepaalde tijd. Natuurlijk ging ik mee, wat een avontuur zou dat zijn. We verheugden ons enorm op onze vertrek dag, de Middellandse Zee lonkte.  

Een nare brief

Onze blijheid werd met geweld de kop ingedrukt toen er een anonieme brief op de mat lag. We waren verbaasd, wie heb ik iets aangedaan? Iets verkeerd gedaan?  Liep ik niet in de pas van de AG verwachting van de anonieme schrijver, die hoopte dat “hun bootje in de golven van de zee zal vergaan”?

Wij zijn met de brief naar de herder gegaan, en samen huilden we over zoveel verdriet en pijn. De herder zou het onderzoeken. Nooit meer wat gehoord. Naast de barst in mijn vertrouwen was er nu nog een obstakel, n.l. de bobbel onder het spreek-woordelijke tapijt.

We zijn dus gaan varen, hebben het leven geleefd en met volle teugen genoten van ons avontuur. We leerden elkaar steeds beter kennen en wat vanuit een grapje ontstond is nu ons motto geworden. Wat zoeken wij in onze relatie? Veiligheid, zekerheid en geborgenheid.  Geloof ik dan echt niet meer in veilig zijn bij mijn apostel?  In een rijk en zeker weten, uw apostel laat u nooit alleen? Het was een vraag die ik niet durfde denken.

Ik ging alleen

Na een aantal jaren waren we weer terug in Nederland. De wens kwam om weer naar de dienst te gaan. Mijn partner hield me niet tegen, hij zei “ natuurlijk je moet gaan, het zit in je genen, waarschijnlijk heb je het nodig. Maar ik ga niet mee”.  Ik ging alleen, maar vond het heel moeilijk om in de dienst te zitten en de ogen van de anonieme schrijver in mijn nek te voelen. De scheur van vóór het varen was een flinke barst geworden, ik voelde me er niet meer bij horen. Ik was natuurlijk ook veranderd in die jaren dat we weg waren. Ik zei tegen mezelf; al hoor ik er dan niet meer bij, ik zit hier voor mijn eigen behoefte. Tóch?

Een afgedwongen excuus

Een paar jaar later werd ik door de voorganger gevraagd als dirigent. Ik? Die nooit ergen bij hoort? Dat was de trigger, ik zei ja. Dirigeren is het allerleukst wat ik tot nu toe binnen het AG heb gedaan. Van de dirigeeropleiding van het AG onder de bezielende leiding van Tobias heb ik twee jaar met volle teugen mogen genieten. Wat een feest was dat!

Totdat…..pats boem….er een anonieme melding van een koorlid bij de voorganger kwam. Het koorlid vond dat ik het als dirigent niet deed zoals je mag verwachten, en stoorde zich aan mijn manier van werken. Ja, jeetje…ik ben ook maar amateur, en anders dan de ander. In het andere van de ander zien we binnen het AG toch juist de aanvulling op onszelf? En veel andere zangers vonden juist dat het zo leuk ging.

Toch moest ik mijn excuses maken, ondanks dat ik niet specifiek wist wat de aanklacht was. Dus deed ik waar ik goed in ben geworden. Ik was apostolisch volgzaam en heb ten overstaan van 30 koorleden mijn excuses aangeboden. Ook gezegd dat elk vogeltje zingt zoals het gebekt is en de wens uitgesproken dat we elkaar ondersteunen i.p.v. afkraken. Ik heb in de twee-drie jaar daarna nooit meer onbezorgd voor het koor gestaan. 

Pas op de plaats

Na het lezen van Apostelkind en de totale herkenning van de inhoud van het boek heb ik pas op de plaats gemaakt. Corona hielp mee en zorgde voor de zo nodige vertraging van het leven. De zeer vervelende repetitieperiode van kerst 2019 zat me vreselijk dwars. Wat is dat toch dat apostolischen elkaar geen ruimte willen geven? Dreigen met bepaalde uitspraken die ervoor zorgen dat je terug iedereen terug in zijn hok schiet? Met pijn in mijn hart heb ik in maart dit jaar mijn dirigeertaak neergelegd.

Een groot, gapend gat

Apostelkind ben ik, gevormd en misvormd door en voor het leven. De scheuren en barsten zijn een groot gapend geworden. Mijn houvast aan ‘samen werken aan een menswaardige wereld’ is in dat grote gat gevallen. En ik worstel met de vraag: ben ik dan tóch niet waarlijk apostolisch, nu ik de behoefte voel er geen energie meer in te willen steken? Ben ik al die jaren al bezig geweest afvallig te worden? Zijn mijn 60 apostolische jaren dan voor niets geweest? 

Waarom heeft mijn moeder mij niet geleerd weerbaarder te zijn? Waarschijnlijk omdat ze zelf de apostelhand zo nodig had.

Ik zou alles willen loslaten en op een nieuwe, gezonde wijze apostolisch willen/durven zijn. Maar het lukt me niet want ik ben nou eenmaal zo opgevoed naar wie ik nu ben. Renske Doorenspleet schrijft: “het apostolisch zijn was té intensief, té alomvattend, té volgzaam, té totalitair en té ingrijpend voor mijn persoonlijke autonomie.

Ik ben dus zoekende…zal ik blijven uit hoop of vertrekken uit wanhoop? 

Mannenkoor lied 14 Gods Liefde macht.

Ik wil trouw zijn aan mijn roeping, ook als mij beproeving wacht”. 

Wil ik dat nog? 

Ik neig steeds meer maar NEE.

De auteur is bekend bij de redactie.

36 reacties op “23: Apostolisch, en niet erg weerbaar

  1. Moedig van je om dit alles zo met iedereen te delen. Roeping? Ik heb het gebruik ven deze term in het Apostolisch Genootschap nooit begrepen. We werden niet geroepen, er werd ons iets opgedragen. Daarom zou ik jou vraag willen omdraaien. ……. zal ik blijven uit wanhoop op vertrekken uit hoop………op een vrij leven?
    Ik wens je heel veel sterkte bij deze voor jou zo moeilijke beslissing!

  2. Dank voor het delen van je aangrijpende levensverhaal. Heel erg dapper en op bepaalde punten ook herkenbaar. Ik leef met je mee met de keuze waar je naar toe aan het neigen bent.

  3. Ik lees dit met tranen in mijn ogen. Vooral het inwrijven van ongewild kinderloosheid. En alle anonieme (bah bah bah) achterklap over jou. Onvoorstelbaar dat je nog veerkrachtig bent. Je bent een kanjer. Ik zou je er liefst hoogstpersoonlijk uit slepen, maar het moet natuurlijk jouw keuze zijn.

  4. Dapper dat jij jouw levensverhaal hier deelt. Wat heb jij moeten worstelen zeg. Ik gun jou samen met je partner na je gemaakte keuze een mooi en vrij leven!!

  5. Vandaag heb ik begrepen heb je de knoop doorgehakt! En echt er is leven naast het Apgen. Liefs van een lotgenoot ook 60 jaar lid geweest en sinds 2,5 jaar weg. Bedankt voor het delen sommige zaken zo herkenbaar, als God mij roept……

  6. Excuses maken n.a.v. een anonieme brief. Ongelofelijk!
    Nee, nu is alles anders…(zucht)
    Dank je voor je openhartigheid en sterkte bij je keuze of je dit nog wilt.

  7. Jouw levensverhaal gaat me door merg en been. Wat zul jij je vaak eenzaam hebben gevoeld en wat zul je vaak op je tenen gelopen hebben.
    Ik gun je nu in rustiger vaarwater te komen, heel veel liefs ?

  8. Allemachtig, de rillingen lopen over mijn rug. Wat een vreselijke mentaliteit heeft het Apostolisch Genootschap. Ik vind je heel dapper dit te delen. Walgelijk zoals men reageerde. Helaas heb ik soortgelijke ervaringen. Dat dit niet strafbaar is begrijp ik niet. De leidinggevenden komen er makkelijk mee weg, want velen zien nog niet echt zo het is.

  9. Wat een indringend verhaal. En weer zijn autonomie, zelfbeschikking en zelfvertrouwen zo kwetsbaar.
    Moedig dat je nu in alle openheid de keuze gaat maken voor jezelf!

  10. Het kan nèt zo goed gezegd worden, dat dit genootschap er zèlf mee bezig is, om ’trouwe’ leden te verlaten en pijnigen …

    Het genootschap stelt geestelijk teleur !

    Waarom zou ‘ik’ weggaan als ik beloften aan mij zelf heb gedaan + hélemaal niet slecht ben, mij ontwikkel, nu observeer hoe het genootschap kéér op keer over de eigen kop gaat als in een achtbaan …

    Triest, dramatisch, amusant : góddelijk !

  11. Wat ben jij sterk! Ik zou het niet kunnen, functioneren in een mij zo vijandige gemeenschap, bah wat een huichelaars. En dat je melding maakt van de onveiligheid van kinderen en dat daar niets mee gedaan wordt vind ik onvoorstelbaar en afgrijselijk! Ze zouden jou op hun knieën hun excuses aan moeten bieden! Heel veel sterkte met je beslissing, ik denk dat je je heel ”fijn” , opgelucht en vrij gaat voelen.

  12. Wat heb je dit dapper en knap verwoord.
    Echt hè .. zo herkenbaar. Het vulde je hele leven enne er werd voor je/ons beslist.
    Wat ben jij een mooi en eerlijk mens. Zorg goed voor jezelf. Je bent het waard.
    Ik gun je het zo ?

  13. En als je het perspectief nu eens verdraait?
    Zal ik blijven uit wanhoop, of vertrekken uit hoop?
    En als je nou eens trouw bent aan wat jij bent? Zoals in deze schepping staat?
    Daar mag eigenlijk alleen maar jij over beslissen?

  14. Onschuldig ‘mogen leren dienen’, kind, resulteerde in de brutaal àfgedwongen achterlijke overgave : in mijn situatie …

    Meteen ná confirmatie : “confrontatie” !

    Verbijstering over het “OP TREDEN” van autoritaire figuren, de strakke agenda’s.

  15. Onvoorstelbaar, wat moedig om jouw verhaal met ons allemaal te delen. Ik ben stil en heb geen woorden. Wat een misstanden, ongelofelijk.
    Ik ben trouw aan mijn woord en belofte, maar dan wel aan mijn belofte aan mezelf. Ik sta op #1 en niemand anders!

  16. Denk eens aan jullie vaar jaren als metafoor. Zo nietig in zo’n klein vaartuig op grote wateren en totaal op jezelf aangewezen, en jullie hebben het overleefd.
    Kijk met dat zelfvertrouwen naar een leven waarin je op jezelf aangewezen bent.

  17. Als je op een kruispunt komt, kun je alleen zelf de beslissing nemen. Je weet, wat je hebt (AG) en daar voel je je niet gelukkig. Dan maar door de zure appel en de onzekere factor heen en kiezen voor geluk en eigenheid. Als het erg moeilijk valt, is er altijd nog de weg naar de hulpverlening, om het proces te begeleiden. Dit verhaal maakt ook duidelijk, dat het nu helemaal niet zo anders is, als wordt beweerd. Zorgwekkend. Sterkte.

  18. Dank voor het delen van je verhaal…. Heftig weer om dit te lezen én te realiseren dat dit nog steeds speelt…. Ondanks dat alles zoooo anders is ???. Sterkte de komende tijd en kies voor jezelf! Daarvoor is het nooit te laat ❤️?

  19. Lieve schrijfster, dank voor het delen van jouw verhaal. Daarin zijn voor mij ook veel herkenningspunten. Het bracht me tot de overweging:
    Apostolisch en roken zijn verslavend en hebben veel gemeen:
    Het is slecht voor de (geestelijke) gezondheid en je komt er moeilijk van af.
    Net als drank maakt het meer kapot dan je lief is.

    Ik ben gestopt met roken op 10 oktober 1976 en elf jaar later met het apgen.
    Het gevolg is wel dat ik nu veel gelukkiger ben dan 35 jaar geleden.

  20. Ik zou het éérder hypnotiserend, dan in de “gewoonten” verslavend noemen …

    Er zit die àngstaanjagende diepgang in omdat je denkt, dat je iets goéds doet …

    Innerlijk flàuwvallen + onmacht voelen omdat je emotioneel verbónden bent !

  21. Wat dapper dat je inmiddels besloten hebt het ag te verlaten. Je hebt voor jezelf gekozen! Ik wens je veel geluk samen met je partner.

  22. Uit de reacties begrijp ik dat je inmiddels vrij bent. Ik gun je dat je de stap werkelijk hebt gezet. En zo niet, gewoon doen. Niemand bellen. Niemand vertellen. Gewoon per brief opzeggen om je te laten verwijderen uit de administratie. De deur niet opendoen voor huisbezoek. Gewoon in hun sop gaar laten koken. Je bent ze niets verschuldigd, ook geen uitleg. Die staat hierboven al.

    Jouw verhaal toont op de eerste plaats voor de zoveelste keer aan dat seksueel misbruik wel stelselmatig voorkwam in het AG, wat de bestuursvoorzitter daar ook over verklaart. En het laat zien dat dit werd toegedekt en ontkend. Er werd niets ondernomen. En deze keer komt dat niet van een slachtoffer maar van de ex-echtgenote van een dader.

    Op de tweede plaats laat dit verhaal zien dat er nog helemaal niets veranderd is, ook alweer ondanks de verklaringen hierover van de bestuursvoorzitter. Nog steeds is er uitsluiting, totale toewijding vereist, achterbakse schijnheiligheid. “Hoe de luiken opengingen”, laat me niet lachen…

    Deze twee zaken samen – stelselmatig, systematisch toegedekt misbruik in het verleden en de oude cultuur die nog steeds voortleeft in het heden – maken het waarschijnlijk dat het misbruik ongestoord doorgaat. En om gezichts- en ledenverlies te voorkomen is het des te waarschijnlijker dat dit nu meer dan ooit onder de pet gehouden wordt.

    1. Beste Rob, dank voor je reactie.
      Hieruit lees ik dat ik toch niet helemaal duidelijk ben geweest. Het echte misbruik vond plaats binnen mijn gezin, bij een niet apostolisch pleegkind.

  23. Hallo Schrijfster,

    Dat had ik begrepen hoor. Je was wel duidelijk. Maar je verwijst ook naar je ex-man als jeugdverzorger en hoe die zich zich “opdrong” aan de kinderen die aan hem waren toevertrouwd. Ik doelde daarbij op de signalen die jij gaf aan de verantwoordelijke personen bij het apgen, en dat die er vervolgens niets mee deden.

    Je schreef:

    “Hij kon hen dan, bij hen thuis, op hun slaapkamer, de ouders beneden NB, bijstaan met hun probleem.”

    en

    “Bij de herder, de oudste en de apostel vond ik op mijn dringend verzoek mijn (ex) man uit de kringverzorging te halen geen gehoor. ”

    Ik doelde in mijn tweede alinea precies op deze situatie: een jeugdverzorger die een aan hem toevertrouwd kind heeft misbruikt, vormt voor het apgen geen aanleiding om de kinderen in de jeugdkring tegen deze man te beschermen, die zich nota bene toegang verschaft tot de slaapkamers van die kinderen. Het doet er dan niet toe dat het misbruikte kind niet apostolisch was.

  24. Als vijfjarig kind werd ik verschrikt, door dat mijn dertienjarige broer zijn sexuele gevoelens projecteerde op mij, ik was nl al sinds mijn babytijd in zijn slaapkamer te slapen gelegd, ik gilde keihard, angst, het was ’s nachts en het was griezelig …

    Pas sindsdien sliep ik bij mijn zus, die al vijftien was, maar de relaties bleven erg rommelig en we moesten er mee leven, dat er veel stiekem gedoe was in huis …

    Mijn ouders konden niet goed omgaan met elkaar en gingen agressief met die situatie om, verbiedend en vervolgens weer negerend, alles bleef ónopgelost, ook al kwamen er, door zulke [ sexuele ] relationele spanning en aanbrandingen vrij vaak sussende blusbroeders thuis …

    Het gedrag liep verder door tijdens mijn tienertijd en mijn broer werd arrogant !

    Toen het later slecht met mij ging, heeft hij heel dominant, mij letterlijk het huis uitgeschreeuwd en : ik durfte niet meer terug te keren en opname in ziekenhuis was het gevolg daar van, afschuwelijk …

    1. De APG leiding nam het in feite bij mijn problemen óp voor de versie en ‘rammelend-afbrekende’ VISIE van mijn ouders, met boze broer :

      Want sinds mijn veertiende was ik omdat ik de ‘APOSTEL’ probéérde te volgen : “ZO RAAR GAAN DOEN”

      Ik was mijn óórlogszuchtige ZELF niet meer en dat was slecht, want dat paste niet bij onze “FAMILIE”…

      Ik was eigenlijk geen “KIND” meer en forcéérde mijzelf tot goed-zijn, wat bedankt werd met conflicten, zodat er niets van werd begrepen.

      HA HA HA : ik werd uitgelachen …

  25. Je bent 60 , ik 68 . In deze niet belangrijk. Met professionele hulp en met mijn bescherm engel een halfjaar geleden bevrijd van vluchten en traumatisch ervaringen. Trauma is niet weg, maar is niet bepalend. Het afschuden van onze balast. Ik heb weer de regie over mijn leven. Is in het begin schrikken niet meer gewend dat mijn gevoel, emotie bepalend zijn in mijn leven. Je bent zo sterk . Ga op zoek , laat die bozen wereld even voor wat het is. Gooi de trossen los en ga ontdekken. Vindt weer hoe mooi en sterk je bent. Renske heeft ons dat duwtje gegeven. Dikke huk

  26. Beste mensen,
    Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen ervaringen.Mag ik als 75-jarige vrouw wél vertellen dat ik me altijd geborgen hebt gevoeld als kind in de Apostolische kerk.
    Mijn ouders volgden niet meer toen ik 10-11 jaar was,maar ik ging graag naar de dienst.
    Heb geleerd dat God in ieder mens zit en dat je God alleen kunt laten zien door goed te leven.
    Gods liefdestegenwoordigheid bewijzen waar ik ben…..
    Ik heb de apostel nooit verheerlijkt,maar ben wel dankbaar voor hetgeen ik geleerd heb.

    1. Beste Roos,

      Wat fijn dat u goede herinneringen heeft aan deze kerk. Deze website gaat echter niet over de ervaringen in de apostolische kerk, maar over het apostolisch genootschap.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *